Maar als we in de materiële wereld om ons heen kijken, zien we daar maar weinig van terug. Het lijkt wel of we ondanks dat we in een toename van materiële omstandigheden en maakbaarheid, steeds meer onvrede en onrust om ons heen zien. Het lijkt wel of we in een Tantaluskwelling zijn terecht gekomen, hoe meer we krijgen, des te meer we nodig hebben. Alsof het geluk steeds net buiten ons bereik blijft.
Zoals ik in de inleiding heb geschreven, het materiële concept leidt tot en wereld waarin we geluk en liefde vastpinnen in voorwaarden en bevestiging. Een wereld waarin we struikelen over tekorten. Van tekort gedaan voelen en/of te kort voelen schieten.
we streven naar een leven zonder gebreken, zonder beperkingen, zonder rimpels.
Een streven naar een voltooid leven.
De dominante wetenschap is nog steeds gebaseerd op zintuiglijke waarneming materie en ratio.
Maar er zijn al revolutionaire ontwikkelingen op gang.
De nieuwe ontwikkelingen in de vorm van de Kwantumfysica beperkt zich niet meer tot materie, maar tot deeltjes, tot verbinding, tot informatie.
Een wetenschap waarin tijd en plaats niet meer absoluut zijn.
Einstein kwam tot de conclusie dat tijd relatief is. Voor ons is tijd absoluut; er is alleen deze tijd, alleen deze werkelijkheid.
We leven in het Nu.
En daar zit de discrepantie.
Het Nu is voor ons veelal een moment, maar het is ook nooit niet Nu. Is het Nu dan ook altijd, is Nu tegelijkertijd het Al, de eeuwigheid?
Als tijd relatief is, is de werkelijkheid relatief.
De Kwantumfysica houdt het concept van meerdere werkelijkheden aan, in de vorm van parallelle werelden.
Voor mij houdt dat in dat ons overstijgend bewustzijn ( ik gebruik daarvoor het woord ziel), dat onze ziel meerdere werkelijkheden kent buiten deze voor ons zo tastbare zintuiglijke werkelijkheid.
En al die werkelijkheden zitten in het Nu.